Waarom kan ik mijn Samsung-apparaat niet registreren bij SmartThings?

Als er een probleem met je netwerk- of internetverbinding wordt gedetecteerd bij het registreren van een Samsung-apparaat of -apparaat op SmartThings, stopt het registratieproces bij een bepaald percentage.

Om een stabiele netwerkverbinding te garanderen is het noodzakelijk de netwerkverbinding met je telefoon en de afstand tussen het toestel en de netwerkrouter te controleren.

Een man die een Samsung-apparaat registreert op SmartThings.

Let op: De beschikbare menu-opties, modi en instellingen variëren naargelang het toestel, de leverancier en de softwareversie.

1 Controleer de afstand tussen je toestel en de router.
  • Als het wifi-symbool op je toestel wordt weergegeven, zorg er dan voor dat er drie of meer wifi-signaalbalken verschijnen voor voldoende signaalsterkte.
  • Als het apparaat de Smart Control-functie (AP-modus) gebruikt, ga je met je telefoon naast het apparaat staan om de wifi-sterkte van het netwerk te controleren.

 

Als het apparaat te ver van de router staat, zal de netwerkverbinding onstabiel zijn. Je zult een extra router of een repeater moeten installeren om het dekkingsgebied voor je huis uit te breiden. Opmerking: de signaalsterkte moet drie of meer wifi-signaalbalken tonen om het toestel te registreren.

2 Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor de netwerkverbindingen.
3 Selecteer eventuele gerelateerde opties die op het toestel en de telefoon worden weergegeven.

Selecteer de betreffende optie(s) volgens de instructies op het scherm. 

Wanneer je een apparaat registreert, kun je niet naar de volgende stap gaan zonder de optie(s) op het display of het paneel, of de afstandsbediening volgens de instructies te selecteren. Als de AP-modus wordt weergegeven en vervolgens wordt uitgeschakeld op het apparaat, selecteer dan de betreffende optie(s) om de installatie in de SmartThings-app vanaf het begin opnieuw te starten. (Indien ingeschakeld, wordt de AP-modus gedurende vijf minuten weergegeven).

4 Zet mobiele data op je telefoon uit.
Mobiele data ingeschakeld.

Het kan zijn dat je mobiele data op je telefoon moet uitschakelen om de verbinding te laten werken. Navigeer naar Instellingen, tik op Verbindingen en vervolgens op Gegevensgebruik. Tik op de schakelaar naast Mobiele gegevens om deze uit te schakelen. Tik op Uitschakelen als daarom wordt gevraagd.

5 Het kan nodig zijn de verbinding met het huidige netwerk te verbreken. Als het wifi-netwerk beveiligd is, is het netwerkwachtwoord vereist.
6 Je smartphone verbinden met het wifi-netwerk(2,4 GHz).

Datu lietošanas ekrānā pieskarieties opcijai Atpakaļ un pēc tam – Wi-Fi. Ja tālrunis ir savienots ar tīklu, pieskarieties ikonai Iestatījumi, kas atrodas blakus tīkla nosaukumam, un pēc tam pieskarieties opcijai Aizmirst. Pēc tam pieejamo tīklu sarakstā atlasiet maršrutētāja nosaukumu, vajadzības gadījumā ievadiet Wi-Fi paroli un pēc tam pieskarieties opcijai Savienot.

  • Lai Wi-Fi tīklā izveidotu savienojumu ar visām ierīcēm, izņemot televizoriem vai Family Hub ledusskapjiem, ieteicams izmantot 2,4 GHz savienojumu. Izmantojot 5 GHz Wi-Fi savienojumu, var rasties problēmas ar ierīču pievienošanu.
  • Jūs nevarat izmantot 2,4 GHz savienojumu, ja Wi-Fi maršrutētājs ir konfigurēts uz 5 GHz. Skatiet maršrutētāja komplektācijā iekļauto lietotāja rokasgrāmatu vai sazinieties ar savu interneta pakalpojumu sniedzēju, lai konfigurētu maršrutētāju gan 2,4 GHz, gan 5 GHz savienojumam.
7 De naam van de router mag alleen uit symbolen en alfanumerieke tekens bestaan. Er kan een fout optreden bij de verbinding als er speciale tekens worden gebruikt in de naam van de router. Als er speciale tekens in de naam van de router worden gebruikt, moet je de naam wijzigen.
8 Controleer de configuratie van je wifi-router.

Om de verificatie- en coderingsconfiguratie van de router te controleren met je telefoon, navigeer je naar en open je Instellingen op je telefoon. Tik op Verbindingen en vervolgens op wifi. Tik op Meer opties (de drie verticale stippen), tik op Geavanceerd en vervolgens op Netwerken beheren. Tik op de netwerknaam waarmee je telefoon is verbonden.

Beheer netwerken op een lijst met wifi-opties.
  • Als een WPA2-methode met EAP-authenticatie wordt gebruikt, is het mogelijk dat je geen verbinding kunt maken. Wijzig in dat geval de verificatiemethode van de Wi-Fi-router en maak opnieuw verbinding met het toestel.
  • Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij je router is geleverd of neem contact op met je internetprovider om de firmware van de router bij te werken tot de meest recente versie.
  • Als er een firewall is, schakel deze dan uit voordat je probeert het apparaat opnieuw te registreren.
9 Onderbreek de stroomtoevoer naar het toestel en sluit deze vervolgens weer aan.

De ontkoppelingsmethode verschilt per apparaat, en het kan nodig zijn de stroom uit te schakelen met de aan/uit-knop van het apparaat, als je niet bij het netsnoer of de voeding kunt komen.

  • Om beide te doen, schakel je eerst de stroom uit en trek je vervolgens de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Wacht 30 seconden, steek de stekker in het stopcontact en schakel het apparaat weer in.
10 Sluit de SmartThings-app op je telefoon en open deze vervolgens opnieuw.

Tik op Recent op je telefoon. Afhankelijk van je telefoon, moet je omhoog, omlaag, naar links of naar rechts vegen op de SmartThings-app om deze te sluiten. Open dan de app opnieuw.

11 Verbind het apparaat opnieuw met SmartThings.
Apparaat toevoegen scherm met een lijst van opties.

Navigeer naar open de SmartThings app, Tik op Apparaten in de navigatiebalk. Tik op Toevoegen (+). Zoek je toestel door te kiezen tussen QR-code scannen, Scannen in de buurt, Op toesteltype of Op merk. Selecteer een locatie en een kamer voor het apparaat, en volg dan de instructies op het scherm om de AP-modus in te schakelen die specifiek is voor jouw apparaat.

12 Zet mobiele data op je telefoon weer aan.

 Tik op de schakelaar naast Mobiele gegevens om deze weer in te schakelen..

1 Controleer of op het display van het toestel het wifi-pictogram of de AP-modus wordt weergegeven.
  • Als je toestel rechtstreeks met wifi is verbonden, verschijnt het wifisymbool in de rechterbovenhoek van het display van het toestel.
  • Als je toestel het wifi-symbool weergeeft, schakel dan de Easy Connect-functie in. Open de Instellingen op het scherm van het toestel, en tik vervolgens op Easy Connect > Verbinden.
  • Als je apparaat een Smart Control-functie heeft, houd je de Smart Control-knop ingedrukt totdat AP op het paneel verschijnt. 
2 Controleer de sterkte van het wifi-netwerk op je telefoon.

Open vanaf de telefoon Instellingen > Verbindingen > wifi. Controleer of de wifi-sterkte voor het netwerk waarmee de telefoon is verbonden, drie of meer wifi-signaalbalken weergeeft.

3 Pārbaudiet tīkla attālumu starp ierīci un maršrutētāju.
  • Als het wifi-symbool op je toestel wordt weergegeven, controleer dan of er drie of meer wifi-signaalbalken zijn.
  • Als het apparaat de Smart Control-functie (AP-modus) gebruikt, ga je met je telefoon naast het apparaat staan om de wifi-sterkte van het netwerk te controleren.

 

Als het apparaat te ver van de router staat, zal de netwerkverbinding onstabiel zijn. Je zult een extra router of een repeater moeten installeren om het dekkingsgebied voor je huis uit te breiden. Houd er rekening mee dat de signaalsterkte drie of meer wifi-signaalbalken moet tonen om het toestel te kunnen registreren. 

4 Neem contact op met je internetprovider.

Als het probleem met het internet zich na het doorlopen van deze stappen blijft voordoen, neem dan contact op met je internetprovider om je netwerkverbinding te controleren.

Samsung Community Samsung Community

Samsung Community

Stel je vraag aan onze Samsung community
of deel je ervaringen met andere gebruikers.

Remote Service Remote Service

Hulp op Afstand

Ondersteuning nodig?
Maak gebruik van Hulp op Afstand voor TV.

Bedankt voor je feedback!